Herinneringen uit je vroege jeugd?

Peter MolemanArtikelen, Geheugen, Ontwikkeling van hersenen5 Comments

Herinneren van een gebeurtenis verandert je geheugen | Peter Moleman

Als pasgeborene kan je prima eten en slapen, maar verder kan je niet veel. De eerste levensjaren leer je je handen en armen gebruiken, lopen, praten en nog veel meer. In “Groeien en snoeien: de hersenen van een kind” leg ik uit hoe een kind dat soort vaardigheden leert samenhangend met de groei van zijn hersenen. Maar wat weet je daar nog van? Weet je nog hoe je leerde lopen, wat je moeder deed of wat er gebeurde voor je twee jaar was? Niemand herinnert zich dat. Hoe komt dat? Doordat het geheugen voor gebeurtenissen, het autobiografisch geheugen, nog niet werkt?

Bestaan hele vroege herinneringen?

Herinner je je echt niets uit die vroege jeugd? Er zijn heel wat mensen die zich een gebeurtenis herinneren die plaats vond toen ze twee jaar waren of nog jonger. Dat blijkt echter moeilijk hard te maken. Herinneringen zijn nooit exact. Vaak worden ontbrekende onderdelen ingevuld of worden verschillende gebeurtenissen gecombineerd. Dat is geen bewust invullen of verzinnen; het autobiografisch geheugen werkt normaal zo 1zie “Herinneren van een gebeurtenis verandert je geheugen. Op basis van wat een volwassene vertelt kan je niet concluderen dat herinneringen van gebeurtenissen die voor de tweede verjaardag plaats vonden, mogelijk zijn.

De onvolgroeide hippocampus

Hoe komt het dat je je normaal niets herinnert van die gebeurtenissen in je vroege jeugd? Worden gebeurtenissen vóór die leeftijd niet vastgelegd in je geheugen? Of worden ze wel vastgelegd, maar kan je ze als volwassene niet meer terugvinden? Als volwassene kan je hele verhalen vertellen over belangrijke gebeurtenissen een paar jaar geleden. Daarvoor moet je niet alleen dingen, dieren, mensen, geuren en nog meer opdiepen uit je geheugen, maar ze moeten ook in ruimte en tijd geordend zijn. Daarvoor is de hippocampus essentieel [mfnzie ook “Waar ben ik? Ons interne GPS“[/mfn]. Onderdelen van de hippocampus spelen daarbij elk een aparte rol. Bij de geboorte ontbreken nog een aantal van die onderdelen en in de loop van het leven, tot ongeveer de puberteit, verschijnen die en groeien langzaam uit.

Geheugen de eerste twee jaar

In het begin, tot ongeveer 6 maanden, kan een baby alleen de gevolgen van zijn eigen bewegingen vastleggen in het geheugen. Al spartelend leert hij bijvoorbeeld dingen grijpen. Als hij bijna een jaar is kan hij onthouden waar zich dingen bevinden ten opzichte van zijn eigen lichaam. Deze kennis is egocentrisch, dat wil zeggen alles wordt gemeten ten opzichte van het eigen lichaam. Hij is niet in staat daarbij oriëntatiepunten uit de omgeving te gebruiken. Een baby heeft geen weet dat hij zelf te onderscheiden is van de rest van de wereld. Dat geldt voor zijn motoriek en waar zich dingen bevinden, maar ook psychologisch: een baby heeft geen ik-besef.

Autobiografisch geheugen en ik-besef

Ik-besef begint rond de tweede verjaardag. Dan is de hippocampus zo ver dat een kind begint dingen, dieren, mensen in de ruimte en tijd met elkaar in verband te brengen. Dat is nog tamelijk primitief, maar het is ook het begin van het autobiografisch geheugen. Voor een autobiografisch geheugen is nog iets nodig naast het vastleggen van “waar” en “wanneer”. Je moet in staat zijn iets wat één keer gebeurt gedetailleerd vast te leggen. Vaardigheden leer je door vaak oefenen2zie Het autorij-geheugen, maar een belangrijke gebeurtenis vindt maar één keer plaats. De hippocampus kan dat pas op de leeftijd van ongeveer 3½ jaar.

Tot de zeven jaar

Daarna groeit de hippocampus verder uit. Kinderen tot een jaar of 7 hebben wel een autobiografisch geheugen, maar dat is minder gedetailleerd dan dat van een volwassene. Opvallend is wel dat kinderen tussen de 5 en 10 jaar zich gebeurtenissen uit hun vroege jeugd, ook van voor het derde jaar, beter herinneren dan op volwassen leeftijd.

Samenvatting tot hier

Dus een kind kan het eerste jaar van zijn leven gebeurtenissen niet vastleggen in zijn geheugen. Pas rond de tweede verjaardag begint het autobiografisch geheugen vorm te krijgen. Vanaf die leeftijd worden gebeurtenissen vastgelegd. Dat is nog fragmentarisch, vanaf 3,5 jaar kan een kind pas hele scenes ineens vastleggen. Tot een jaar of zeven of langer groeit het vermogen om gebeurtenissen gedetailleerd vast te leggen en je later te herinneren.

Expliciet en impliciet geheugen

Tot hier gaat het hele verhaal over het autobiografisch geheugen en wat je daar als volwassene uit naar boven kunt halen. Welke gebeurtenissen uit je jeugd je kunt navertellen. Maar dat is natuurlijk niet alles wat in je geheugen is vastgelegd. De vaardigheden die een baby leert zijn ook vastgelegd in het geheugen. Dat is geen expliciet geheugen, dat kan je je niet bewust herinneren 3Zie het “Het autorij-geheugen. Er zijn meer soorten impliciet geheugen. In Fig. 1. staan die verschillende geheugenvormen met de hersenstructuren die daarvoor belangrijk zijn. Voor het expliciet geheugen is de temporaalkwab, dat is de hippocampus en aanliggende gebieden, belangrijk. Voor vaardigheden en gewoonten is dat het striatum. De amygdala is belangrijk voor emotionele reacties en het cerebellum voor motore reacties.

Fig. 1 Verschillende vormen van lange termijn geheugen en de belangrijkste hersenstructuur voor elk geheugen.

Traumatische gebeurtenissen

De meest verhitte discussies over wat een kind zich kan herinneren uit zijn vroege jeugd hebben te maken met traumatische gebeurtenissen, geweld, mishandeling en de vraag in hoeverre dat is vastgelegd in het geheugen. Gebeurtenissen die sterke emotionele reacties oproepen worden in het geheugen vastgelegd, waarbij vooral de amygdala belangrijk is. Dat gebeurt vanaf de vroegste jeugd, al weten we niet hoe vroeg. Die gebeurtenissen liggen meer vast als losse feiten dan als verhaal, want daar heb je een volgroeide hippocampus voor nodig. Die losse feiten -fragmentarische beelden, geuren of andere waarnemingen- kunnen wel reacties oproepen als het geheugen ervan wordt geactiveerd. Het lijkt erop dat allerlei aspecten van traumatische gebeurtenissen soms zijn vastgelegd, al is de vraag moeilijk te beantwoorden hoe betrouwbaar latere herinneringen daaraan zijn.

Bronnen

Riggins T, Canada KL, Botdorf M (2020): Empirical Evidence Supporting Neural Contributions to Episodic Memory Development in Early Childhood: Implications for Childhood Amnesia. Child Development Perspectives 14:41–48.

Buzsáki G (2019): The Brain from Inside Out. Oxford University Press. ISBN 978-0-19-090540-8, Ch. 7.

Howe ML (2019): Unravelling the nature of early (autobiographical) memory. Memory 27:115–121.

Ross J, Hutchison J, Cunningham SJ (2019): The Me in Memory: The Role of the Self in Autobiographical Memory Development. Child Dev DOI: 10.1111/cdev.13211

Bauer PJ, Baker-Ward L, Krøjgaard P, Peterson C, Wang Q (2019): Evidence Against Depiction as Fiction: A Comment on “Fictional First Memories” (Akhtar, Justice, Morrison, & Conway, 2018)Psychol Sci 30:1397–1399.

Akhtar S, Justice LV, Morrison CM, Conway MA, Howe ML (2019): What Are Autobiographical Memories? A Reply to Bauer, Baker-Ward, Krøjgaard, Peterson, and Wang (2019)Psychol Sci 30:1400–1402.

Akhtar S, Justice LV, Morrison CM, Conway MA (2018): Fictional First Memories. Psychol Sci 29:1612–1619.

Ramsaran AI, Schlichting ML, Frankland PW (2018): The ontogeny of memory persistence and specificity. Developmental Cognitive Neuroscience DOI: 10.1016/j.dcn.2018.09.002

Alberini CM, Travaglia A (2017): Infantile Amnesia: A Critical Period of Learning to Learn and Remember. J Neurosci 37:5783–5795.

Bauer PJ (2015): A complementary processes account of the development of childhood amnesia and a personal past. Psychol Rev 122:204–231.

Mullally SL, Maguire EA (2014): Learning to remember: the early ontogeny of episodic memory. Dev Cogn Neurosci 9:12–29.

Li S, Callaghan BL, Richardson R (2014): Infantile amnesia: forgotten but not gone. Learn Mem 21:135–139.

Lavenex P, Banta Lavenex P (2013): Building hippocampal circuits to learn and remember: Insights into the development of human memoryBehavioural Brain Research 254:8–21.

Goodman GS, Quas JA, Ogle CM (2010): Child maltreatment and memory. Annu Rev Psychol 61:325–351.

5 Comments on “Herinneringen uit je vroege jeugd?”

  1. 3,5 jaar en eerder geen herinneringen? Tja, die van mij reiken nog voor de 2e jaar. Scènes, gevoel, smaak, situaties…. Is dat niet normaal? Waarom herinner ik me zo veel?

    1. Er staat niet dat je voor 3,5 jaar geen herinneringen hebt. En voor je 2e jaar? Lees “Bestaan hele vroege herinneringen?” nog eens.

  2. Beste Peter,
    Ook ik heb vele herinneringen aan mijn vroege jeugd. Tot mijn vierde woonde ik in Oegstgeest. Ik ben de 9e uit een gezin van 10 kinderen. Het huis in Oegstgeest kan ik me gedetailleerd voor de geest halen zonder dat daar foto’s van zijn. Ik zie de tuin, het kolenkit. de schutting, de gele plastic tuin afrastering langs de borders. Ik zie de keuken en de overbuurvrouw die ’s ochtends langskomt om de bordjes met overgebleven Brinta leeg te lepelen, steeds een stukje opschuivend over de kerkbank die we gebruikten om op te zitten, terwijl mijn moeder het huishouden doet. Ik zie mezelf op de tafel liggen terwijl mijn luier verschoont wordt. Mijn broers en zussen knijpen hun neus dicht en ik heb gevoelens van schaamte. Hoe zit dat eigenlijk daarmee? Kan je als baby schaamte voelen? Ik herinner me dat ik in de box sta. Al mijn broers en zussen lopen langs mij heen. Ik wil eruit en ik ben boos dat niemand mij eruit haalt en iedereen mij negeert. Het hele kleine huisje waar mijn ouders met hun hoofd onder de aquarium sliepen. Ik zie mezelf bang zijn een straat verderop het stormt, ik ben alleen en bang de weg naar huis niet te zullen vinden. Het hagelt tennisballen en dat doet heel veel pijn. De wind waait mij stukken door de lucht en ik ben bang dat ik niet meer op de grond kom. Zijn dit echt verzinsels van later? Ik kan me dat niet voorstellen.

    1. Tja, wie weet het zeker, Luit? Ik niet. Het geheugen van de mens is er niet om de realiteit vast te leggen, maar om te leren, vast te leggen hoe te overleven in die wereld. Het waarheidsgehalte van wat is vastgelegd is slechts van secundair belang, van primair belang is de gebruikswaarde voor het overleven.

  3. Peter, je zet mij iedere keer weer onverwacht aan het denken, dat waardeer ik zeer.
    Ik herinner mij mijn kleuterschool en de eerste twee jaar op de lagere school heel goed. In het bijzonder ook het huis waar ik woonde tot mijn 8e jaar, aan de singel in Leiden. Een paar jaar geleden kwam in bij toeval in het huis waar ik de eerste 8 jaren van mijn leven woonde. Dat was een bijzondere ervaring. De eigenaar liet mij binnen (“komt u maar even binnen, mijn vrouw is toch aan het boodschappen doen”). Ik kon hem allerlei dingen vertellen over talloze details die die er nog waren en die hij koesterde, zoals bakelieten deurknoppen en andere “moderniteiten” (zoals dunne stalen kozijnen) uit de jaren dertig toen het huis gebouwd werd. Ik herinner mij ook heel goed dat mijn zus en ik in de nacht van de ramp in Zeeland bij mijn ouders in bed mochten slapen (op de derde verdieping!) en het angstige maar veilige gevoel daarbij. Buiten stormde het. Ik was toen vier en een half. In die nacht kwam er water bij ons in de kelder, maar dat was omdat een van de buizen van de cv was gesprongen. dat maakte enorme indruk op mij.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *