Ik ben vergeten hoe je heet, word ik dement?

Peter MolemanArtikelen, Geheugen, PsychiatrieLeave a Comment

Ik kan geen namen onthouden. Heb ik nooit goed gekund. Toen ik ruim 30 jaar oud was had ik een medewerker die ik één keer per dag zag. Als ik naar hem toe ging repeteerde ik zijn naam omdat het anders bij “Hallo …” zou blijven. Ik ben nu 71 en het wordt de laatste jaren snel erger. Doen mijn hersenen het niet meer goed? Word ik dement? Of heeft iedereen zwakke punten die erger worden als je ouder wordt?

Namen en gezichten

Wat gebeurt er als je iemand tegenkomt en hem begroet met zijn naam? Je herkent zijn gezicht en je diept de naam op die bij dat gezicht hoort. Hetzelfde moet je doen bij een ding: je herkent het ding en diept de naam op: “stoel”. Waar zit het geheugen voor namen van mensen en dingen in de hersenen? Het onverwachte antwoord is: overal en nergens. Er is geen apart geheugenplek voor namen. Die zitten overal in de hersenen, gekoppeld aan de mensen of dingen die ze benoemen. Het probleem is niet dat die namen niet meer in mijn hersenen zitten, maar dat ik ze niet kan produceren als ik een gezicht heb herkend. En dat kan zich uitbreiden tot moeite met combineren van naam en voorwerp: hoe heet dat ding ook al weer? Het probleem heet “woord selectie anomie”. Veel mensen hebben dit probleem.
Is er een bepaald hersendeel dat niet goed werkt, misschien aangetast is? In gezichten herkennen ben ik altijd goed geweest, nog steeds. Daarvoor is een deel van de slaapkwab essentieel1De face patches, zie “Gezichten herkennen”. Het deel van de slaapkwab daar vlak boven is essentieel voor het koppelen van de naam aan het gezicht.

Fig. 1 Het deel van de slaapkwab dat essentieel is om gezichten te herkennen.
Fig.2 Het deel van de slaapkwab dat essentieel is voor het koppelen van de naam aan het gezicht.

Afwijkingen in de slaapkwab?

Op fMRI scans kan je in dat deel van de slaapkwab afwijkingen zien bij mensen die moeite hebben met het vinden van de naam bij een gezicht. Diezelfde hersendelen zijn ook essentieel voor het herkennen en benoemen van dingen, maar veel minder mensen hebben daar problemen mee. Dat komt waarschijnlijk doordat we zo veel op elkaar lijkende gezichten uit elkaar moeten houden en de bijbehorende namen arbitrair en uniek zijn. Het eist dus meer van de hersenen om naam en gezicht te combineren dan om naam en voorwerp te combineren.
Voor het koppelen van de naam is de linker slaapkwab bij de meeste mensen belangrijker dan de rechter slaapkwab. Dat is begrijpelijk, want het taalcentrum zit in de linker hersenhelft en taal heb je nodig om de naam te noemen. Dus is een stuk van mijn linker slaapkwab aangetast? En heeft dat iets met (het begin van) dementie, de ziekte van Alzheimer te maken? Dat zou kunnen, want de ziekte van Alzheimer begint waarschijnlijk in de slaapkwab.

De ziekte van Alzheimer

Eerst iets meer over verschijnselen bij de ziekte van Alzheimer. Later, als voor iedereen duidelijk is dat iemand dement is, kan die persoon zich bijvoorbeeld gebeurtenissen uit zijn leven niet meer herinneren, weet niet meer waar een voorwerp voor dient, herkent mensen niet meer, laat het gas aan staan. Het herkennen van beginnende dementie is echter heel moeilijk. Op de website van de Alzheimer Stichting staat2https://www.alzheimer-nederland.nl/dementie/herkennen-symptomen: “U staat op het punt om iemand te bellen, maar bent ineens kwijt wie u wilde spreken. Of u heeft moeite om op de juiste woorden of namen te komen. Wie ouder wordt, is vaker vergeetachtig. Meestal is dit onschuldig. Toch kunnen geheugenproblemen een eerste teken van dementie zijn.” Vervolgens kan je een test doen die een soort algemene indruk van je geheugen geeft. Dat kan nuttig zijn, maar of enkele of milde geheugenproblemen een voorbode van Alzheimer zijn is onduidelijk. Daarom worden soms hersenscans gebruikt om te kijken of er al iets gaande is, maar ook die hebben nog weinig of geen voorspellende waarde3Zie “De nieuwe kristallen bol: Voorspellen of je een ziekte krijgt. We weten nog heel weinig hoe dementieën beginnen, wat de oorzaak is. We weten alleen heel goed hoe ze kunnen eindigen.
Wat betekent het nu dat ik geen namen kan produceren? Misschien is een bepaald hersendeel niet helemaal goed ontwikkeld. En het kan een geïsoleerd probleem zijn dat erger wordt met de leeftijd, maar zich niet uitbreidt. Er zijn veel meer geïsoleerde taal- en spraakproblemen bekend. Dyslexie bijvoorbeeld kan een forse handicap zijn, maar beperkt zich vaak tot leesproblemen en heeft dan niets met intelligentie, veroudering of andere functies te maken. En ik ken iemand die erfelijke disorthografie heeft. Die kan niet goed spellen, maar dat is het enige en hij is hoogbegaafd.

fMRI afwijkingen en dementie

Op fMRI scans kan je afwijkingen in de slaapkwab zien bij mensen die moeite hebben met het vinden van de naam bij een gezicht. Dus zit er ergens een probleem of afwijking in mijn slaapkwab? Dat is niet noodzakelijkerwijs zo en dit toont een zwakte van fMRI onderzoek. Stel je voor dat mijn probleem met namen onthouden te maken heeft met een heel ander hersendeel, bijvoorbeeld het taalcentrum. Als ik dan iemands naam moet noemen, lukt dat natuurlijk niet. Er zal dan ook een afwijking in de slaapkwab te zien zijn op de plek waar naam en gezicht gecombineerd moeten worden. Dat komt doordat daar helemaal niets te combineren valt, omdat uit een ander hersendeel de naam niet wordt aangeleverd. Er is dan niets mis met de slaapkwab, maar op fMRI scans toont hij wel afwijkingen.

Dus word ik dement?

Ik heb problemen bij het vinden van namen bij gezichten. Bij de ziekte van Alzheimer is dat één van de vroege symptomen. Maar dat geldt ook voor het herkennen van gezichten en herinneren van (recente) gebeurtenissen. En daar heb ik geen enkele moeite mee. Het kan dus een geïsoleerd probleem zijn dat erger wordt met de leeftijd, maar zich niet uitbreidt. Mijn conclusie: als ik dement zou worden is het niet kunnen noemen van de naam bij een gezicht een voorteken, maar als ik niet dement word is het geen voorteken.

Bronnen

Strikwerda-Brown C, Grilli MD, Andrews-Hanna J, Irish M (2019): “All is not lost”—Rethinking the nature of memory and the self in dementia. Ageing Research Reviews 54:100932.

Forseth KJ, Kadipasaoglu CM, Conner CR, Hickok G, Knight RT, Tandon N (2018): A lexical semantic hub for heteromodal naming in middle fusiform gyrus. Brain 141:2112–2126.

Huth AG, de Heer WA, Griffiths TL, Theunissen FE, Gallant JL (2016): Natural speech reveals the semantic maps that tile human cerebral cortex. Nature 532:453–458.

Passingham R (2016): Cognitive neuroscience : a very short introduction. ISBN 978-0-19-878622-1, Ch 4, Remembering

Clarke A, Tyler LK (2014): Object-Specific Semantic Coding in Human Perirhinal Cortex. J Neurosci 34:4766–4775.

Hirni DI, Kivisaari SL, Monsch AU, Taylor KI (2013): Distinct neuroanatomical bases of episodic and semantic memory performance in Alzheimer’s disease. Neuropsychologia 51:930–937.

Kivisaari SL, Tyler LK, Monsch AU, Taylor KI (2012): Medial perirhinal cortex disambiguates confusable objects. Brain 135:3757–69.

Binder JR, Desai RH, Graves WW, Conant LL (2009): Where is the semantic system? A critical review and meta-analysis of 120 functional neuroimaging studies. Cereb Cortex 19:2767–2796.

Werheid K, Clare L (2007): Are faces special in Alzheimer’s disease? Cognitive conceptualisation, neural correlates, and diagnostic relevance of impaired memory for faces and names. Cortex 43:898–906.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *