Wat is wetenschap in tijden van Corona? Deel 2.

Peter MolemanArtikelen10 Comments

Tijdens de (eerste) lockdown schreef ik een blog over Wetenschap in tijden van Corona. De nadruk lag op uitleg van het wetenschappelijk ambacht en dat het vaststellen van feiten tijd vergt die er niet was. Op zulke momenten moet je vertrouwen op wetenschappers en beleidsmakers die aan het roer staan.
Nu zijn veel meer feiten bekend dan een half jaar geleden. Wat er gebeuren moet om het virus in toom te houden is veel duidelijker. De problemen liggen nu anders. Eén probleem is dat sommige ijdele wetenschappers zichzelf voorbij lopen of hun foute inschattingen niet willen toegeven. Wie moet ik geloven? Deskundigen spreken elkaar tegen! Een ander probleem is dat virologische en epidemiologische feiten overspoeld worden door psychologische en sociale feiten. Een heldere kijk op de gevolgen van (verspreiding van) het virus wordt bij ondernemers overschaduwd door de angst voor failliet gaan, of bij jonge mensen door behoefte aan feesten en vrijen, of bij anderen door de pijn van eenzaamheid en bij mij vooral door een onveilig gevoel als ik geen controle over mijn situatie heb. Mij helpt het als ik zo goed mogelijk weet wat de feiten zijn.

Wat zijn nu de problemen?

De psychologische en sociale problemen krijgen te weinig aandacht. De economische problemen krijgen wel aandacht, maar de regering maakt niet duidelijk hoe haar beslissingen daarover tot stand komen. Dat wekt wantrouwen bij degenen die zich benadeeld voelen. Deze onderwerpen behoren niet tot mijn expertise, dus daar ga ik het niet over hebben. Maar het is misschien nuttig – ook voor die andere problemen- als duidelijker wordt wat nu bekend is over het virus en zijn verspreiding1“We’re not just fighting a pandemic; we’re fighting an infodemic,” said Tedros Adhanom Ghebreyesus, WHO’s director-general, Diseases TLI (2020): The COVID-19 infodemic. The Lancet Infectious Diseases 20:875..
Over die wetenschap kan ik wel wat schrijven. Ben ik dan een viroloog of epidemioloog, is dat mijn expertise? Nee. Maar mijn vak bestaat al vele jaren vooral uit het lezen van medische vaktijdschriften en het beoordelen wat de waarde is van de artikelen. Dat kan ik tot op zekere hoogte ook als het gaat om virologie en epidemiologie.
Mijn relaas is gebaseerd op werk van andere wetenschappers, die ik als bronnen vermeld. Eén wetenschapper citeer ik zonder de wetenschappelijke artikelen na te lezen waarop zijn beweringen gebaseerd zijn: Anthony Fauci. Verder volg ik Christian Drosten2@c_drosten op twitter, omdat voor hem hetzelfde geldt. Als zij feiten vermelden kan ik ervan op aan dat die kloppen.

Is het virus gevaarlijker dan eerdere griepvirussen?

Daar is geen twijfel over. Argumenten dat net zoveel doden of opnames op de IC voorkomen tijdens sommige andere griepepidemieën zijn met getallen te weerleggen; die getallen onderschatten bovendien de ernst van COVID. De belangrijkste misvatting ontstaat door de “preventie paradox”. Bijna overal zijn lockdown, of verwante maatregelen getroffen die de verspreiding en ernst van de pandemie hebben beperkt. Dat soort maatregelen zijn nooit getroffen bij andere griepepidemieën. Dus het argument tégen die maatregelen: “het is niet erger dan een gewone griep” is onjuist.

Wanneer zijn mensen besmettelijk?

Mensen zijn besmettelijk voordat de eerste COVID symptomen optreden. Geschat wordt dat 20-50% van de besmettingen wordt veroorzaakt door mensen die nog geen symptomen hebben. Iemand is besmettelijk 1-4 dagen vóór de eerste symptomen. De besmettelijkheid neemt af 7 dagen na de eerste symptomen, maar kan voortduren tot 14 dagen erna of zelfs langer. Waarschijnlijk is de besmettelijkheid korter bij mensen met minder ernstige verschijnselen en alleen langer dan 7-10 dagen bij heel ernstige verschijnselen.

Wat zijn de verschillen tussen ouderen en jongeren?

Met toenemende leeftijd neemt de gevoeligheid voor besmetting en de ernst van COVID na besmetting toe. Dus de kans dat bij contact met mensen met het virus kinderen in de basisschool leeftijd besmet raken is kleiner en als ze besmet raken is de ernst van COVID minder. Over het algemeen geldt: hoe jonger hoe minder, hoe ouder hoe meer. Maar zoals de WHO zegt: “FACT: People of all ages can be infected by the COVID-19 virus.”

Kan de ziekte chronisch worden?

Er zijn mensen beschreven die maandenlang last houden van spierpijnen, vermoeidheid, concentratieproblemen, soms in extreme mate. Ook zijn afwijkingen op de hartspier vastgesteld na het doormaken van COVID. Deze problemen komen ook voor bij mensen die nauwelijks COVID symptomen vertoonden tijdens het begin van de infectie.
Het virus komt de cel binnen via receptoren die niet alleen in de longen, maar ook op bloedvaten en in andere organen zitten. Het lijkt erop dat het virus daardoor op allerlei plekken in het lichaam schade kan aanrichten. Het verklaart misschien ook chronische klachten, zoals hierboven beschreven.
Sommige onderzoeken laten zien dat langdurige effecten bij een flink aantal mensen voorkomen, maar er is nog niet genoeg betrouwbaar onderzoek gedaan om in te schatten hoe groot dit probleem is.

Wie zijn gevoeliger voor het virus?

Los van de leeftijd krijgen mensen met onder andere asthma, diabetes, hartaandoeningen, nierziekten vaker ernstige of dodelijke vormen van COVID. Er wordt onderzoek gedaan naar onder andere erfelijke aanleg, verschillen in de receptoren3zie hierboven en verschillen in reactiviteit van het immuunsysteem om leeftijd- en andere verschillen in gevoeligheid te verklaren. Die onderzoeken leveren misschien in de toekomst gegevens op om de meest kwetsbare mensen op voorhand te onderkennen. Maar zover is het nog niet.

Wat zijn de belangrijkste factoren die voor verspreiding van het virus zorgen?

Die zijn tamelijk simpel op te sommen. Het virus wordt vooral verspreid door vocht uit mond en neus dat mond en neus van iemand anders bereikt, direct of indirect. Afstand houden en mondkapjes verminderen de kans op directe overdracht van de een op de ander. Buiten kan dat vocht minder blijven hangen, verwaait het makkelijker en daarom is de kans op overdracht minder groot dan binnen. En bovendien: hoe meer mensen in een ruimte hoe groter de kans dat besmette mensen aanwezig zijn en dat direct contact plaats vindt.
Algemeen is de kans dat je een besmet persoon tegenkomt groter als er in de bevolking -van je land, van je stad, van je buurt- meer besmette mensen zijn. De discussie over mondkapjes heeft daarmee te maken: die hebben weinig zin als er weinig besmette mensen zijn en steeds meer zin hoe meer besmette mensen rondlopen. De schatting is dat rond juni/juli na afvlakken van de eerste golf in Nederland ongeveer 3000 mensen besmet waren en eind september voor/tijdens de tweede golf 50.000 tot 100.000 mensen. Nu is het nut van mondkapjes en afstand houden dus groter dan toen.
Er zijn allerlei onderzoeken naar verspreiding via airosolen, of de rol van “superspreaders”, en nog veel meer. Het heeft weinig zin daar op in te gaan, want veel daarvan is nog onduidelijk. En wat die rol ook is, dat heeft met de huidige kennis niet veel invloed op de belangrijkste factoren bij verspreiding en de bijbehorende maatregelen.

Perspectief

Wanneer is het virus zo onder controle dat we er niet continu rekening mee hoeven te houden en we weer een beetje zorgeloos kunnen leven zonder risico op een volgende golf? Daarvoor moet voldoende immuniteit in de bevolking zijn opgebouwd.
In het begin dachten sommige experts dat via gecontroleerde blootstelling aan het virus groepsimmuniteit op te bouwen viel. Als minstens de helft van de bevolking immuun is geworden verspreid het virus zich niet meer snel en worden niet veel mensen meer ziek. Dit idee is volledig verlaten, onder andere omdat toen de IC’s vol lagen en veel mensen overleden, toch relatief weinig mensen besmet bleken, veel minder dan 50%. Bovendien blijkt immuniteit van beperkte duur te zijn. Dus als 50% van de bevolking immuun is, is dat een tijd later niet meer zo. Het is nog onduidelijk hoe lang de immuniteit bij iemand duurt in relatie tot de ernst van de besmetting.
Immuniteit in een groot deel van de bevolking moet daarom met behulp van vaccins worden opgebouwd. Begin 2021 zou een eerste werkzaam en veilig vaccin in beperkte hoeveelheden beschikbaar kunnen komen, dus voor een beperkt aantal mensen4Florian Krammer op Twitter: https://twitter.com/florian_krammer/status/1310372301314101250. Het zal waarschijnlijk tot eind 2021 duren voor grote hoeveelheden van dat eerste vaccin beschikbaar zijn en veel mensen gevaccineerd kunnen worden. In de loop van 2021 en later komen waarschijnlijk meer vaccins beschikbaar5Er zijn een groot aantal in ontwikkeling. Omdat de verschillende vaccins die ontwikkeld worden, heel verschillend werken, kan het best zijn dat bijvoorbeeld ouderen of kinderen alleen met bepaalde vaccins geholpen zijn.
Fauci schat dat het nog een jaar of twee duurt voor we het virus met vaccins onder controle krijgen. En hij voegt toe dat de essentiële voorzorgen tot dan, maar misschien langer nodig zijn, namelijk “universal wearing of masks, avoiding crowds, keeping your distance, outdoor better than indoor, washing hands”.

Tot slot

Het kan niet anders of ik heb essentiële vragen niet beantwoord. Je kunt hieronder die vragen stellen. Ik zal die beantwoorden en eventueel de blog aanvullen met het antwoord.
Ik ben niet ingegaan op allerlei twijfelachtige beweringen. Op de webite van de WHO worden een aantal mythen ontkracht: https://www.who.int/emergencies/diseases/novel-coronavirus-2019/advice-for-public/myth-busters.
In deze tijden van Corona wordt weer duidelijk dat je onprettige dingen moet doen in het belang van een ander en jezelf.

Bronnen

Kampf G, Brüggemann Y, Kaba HEJ, Steinmann J, Pfaender S, Scheithauer S, et al. (2020): Potential sources, modes of transmission and effectiveness of prevention measures against SARS-CoV-2J Hosp Infect DOI: 10.1016/j.jhin.2020.09.022

Interview met Anthony Fauci, 23 september 2020, https://www.bmj.com/content/370/bmj.m3703

Byrne AW, McEvoy D, Collins AB, Hunt K, Casey M, Barber A, et al. (2020): Inferred duration of infectious period of SARS-CoV-2: rapid scoping review and analysis of available evidence for asymptomatic and symptomatic COVID-19 cases. BMJ Open 10:e039856.

Pitzer VE, Cohen T (2020): Household studies provide key insights on the transmission of, and susceptibility to, SARS-CoV-2. The Lancet Infectious Diseases 20:1103–1104.

Sun K, Wang W, Gao L, Wang Y, Luo K, Ren L, et al. (2020): Transmission heterogeneities, kinetics, and controllability of SARS-CoV-2. medRxiv: The Preprint Server for Health Sciences DOI: 10.1101/2020.08.09.20171132

https://www.who.int/emergencies/diseases/novel-coronavirus-2019/advice-for-public/myth-busters#older-people

Badr HS, Du H, Marshall M, Dong E, Squire MM, Gardner LM (2020): Association between mobility patterns and COVID-19 transmission in the USA: a mathematical modelling study. The Lancet Infectious Diseases 0. DOI: 10.1016/S1473-3099(20)30553-3

Krammer F (2020): SARS-CoV-2 vaccines in development. Nature :1–16. DOI: 10.1038/s41586-020-2798-3

Cevik M, Marcus J, Buckee C, Smith T (2020): SARS-CoV-2 Transmission Dynamics Should Inform Policy [Internet]. Rochester, NY, Social Science Research Network. DOI: 10.2139/ssrn.3692807

Het RedTeam over mondmaskers: https://drive.google.com/file/d/1obHTHeuNwmHXOvEQJu_RQoM3m8LH5eWA/view

Een recente webinar van deskundigen over “long-COVID”: https://www.bmj.com/content/370/bmj.m3489

10 Comments on “Wat is wetenschap in tijden van Corona? Deel 2.”

  1. Beste Peter,
    Dank voor uw artikel.
    Over de verspreiding van het virus noemt u de route van mond en neus naar mond en neus. Maar wat is bekend over besmet raken via het traanvocht op de ogen?

  2. Beste Peter, zijn er al valide onderzoeksresultaten van een adequate vitamine D spiegel in relatie tot Covid 19 bekend?
    Met vriendelijke groet
    Matthias

    1. Beste Matthias, dat weet ik niet. Eén factor zal ook niet erg relevant zijn, tenzij er reden is om aan te nemen dat het SARS-CoV-2 virus daar sterk van afhankelijk is.

  3. Beste Peter,
    Het lijkt er op dat kinderen tot 13 jaar minder ernstig ziek worden en minder mensen besmetten. Zou de verklaring hiervoor kunnen zijn dat kinderen tot en met hun 13e jaar regelmatig vaccinaties krijgen, waardoor hun immuun-syteem niet alleen specifieke afweer opbouwt maar waarbij het immuunsysteem ook een algemene boost krijgt? Te vergelijken met de BCG vaccinatie waar ze nu onderzoek naar doen? In dat licht is het naar mijn idee geen goed idee om – net als de basisscholen – de middelbare scholen weer volledig vis a vis zonder bescherming te laten draaien….
    Hartelijke groet, Carla Rus, oud-neuropsychiater

    1. Ha Carla, leuke reactie. Immunologie is zo complex dat ik me er niet aan waag. Blijkbaar prikkelt het SARS-CoV-2 het immuunsysteem toch heel anders. Ik denk dat het niet lang duurt voor duidelijk is of je gedachtengang klopt. Er wordt veel onderzoek naar gedaan. Net is de aanbeveling bekend in het voortgezet onderwijs mondkapjes te dragen. Nu nog degelijk implementeren.
      Toevoeging: Recent berichten onderzoekers dat jouw gedachtengang wel zou kunnen kloppen, maar dat kinderen soms bij een tweede besmetting heel ernstige symptomen vertonen. Moet nog blijken wat daarvan klopt, maar maatregelen op jouw gedachtengang baseren zou ook averechts kunnen werken.

  4. Dank- uw/ jouw schrijven is een goede bijdrage aan hoe ik mij nu hoor te gedragen op het voetbalveld, als trainer van pupillen met een beperking.

  5. Goed verhaal waarde Peter.
    Als oud-arts onderzoeker op gebied van de luchtwegen verwacht ik dat de mondNEUSmaskers belangrijk gaan worden (art. Cell 182, 429–446, July 23, 2020) en als sociaal geneeskundige en nu als kinder- en jeugdpsychiater voel ik me verplicht te vermelden, dat voelt onprettig, dat zelfs de zwaksten in onze samenleving, de jeugd in gesloten instellingen, in de gaten hebben dat er gezwalkt, misschien wel gelogen, wordt. Als je vertrouwen als kind fors verstoord is dan doet dit zwalkend beleid, wel/niet quarantaine, wel/niet mondmasker de compliance en behandelsfeer geen goeds. En dan probeer ik het prettig te duiden.
    Maar bedankt voor je helder overzicht.

  6. bedankt voor uw verhaal, verder ben ik wel benieuwd naar uw mening over ventilatie in gebouwen. Dit krijgt in Duitsland en in Amerika veel aandacht en in Nederland niet. En wat is naar uw mening de reden dat het virus zich in Nederland veel sneller verspreidt dan in bv Duitsland?
    mvg Wietse Pama

    1. Ik heb vermeden maatregelen te bespreken. Die volgen niet zo eenvoudig uit de feiten. Kijk wat het Red Team daarover zegt: https://www.c19redteam.nl/, https://twitter.com/C19RedTeam. Ik probeer met mijn stuk te bereiken dat iedereen zelf zo veel mogelijk kan beslissen wat verstandig is voor hem/haar om te doen. Ventilatie is een punt, maar wat je zelf kunt doen: kijken hoe dat zit in gebouwen en niet naar binnen gaan als je dit niet vertrouwt. Verschillen in verspreiding interpreteren is helemaal moeilijk, zie deel 1 voor een aanduiding van het probleem: https://breininactie.com/wat-is-wetenschap-in-tijden-van-corona/

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *